Zweden investeert fors in vaccins voor armste landen

De Zweedse regering doet een forse investering om de toegang tot covid-19-vaccins voor de armste landen ter wereld mogelijk te maken. Het Scandinavische land wordt zo de grootste donor van het wereldwijde initiatief Covax dat een eerlijke verdeling van de vaccins voor iedereen nastreeft.

Een jaar verder

Er is meer dan een jaar verstreken sinds de WHO covid-19 tot een pandemie heeft uitgeroepen. Gelukkig gloort er hoop aan de horizon. Dat we ondertussen werkzame vaccins hebben, is een succes, maar om effectief te zijn, moeten de vaccins de hele wereldbevolking bereiken. Covax heeft al meer dan honderd landen bereikt – met meer dan zestig landen die door donoren gefinancierde doses ontvangen. Volgens de Zweedse regering is er meer nodig, want zonder vaccins is er een verhoogd risico op schadelijke mutaties die alle landen, inclusief Zweden, bedreigen. Het economisch herstel waar zo naar wordt uitgekeken kan dan worden belemmerd en er kunnen jaren van ontwikkeling verloren gaan.

Grootste donor

Daarom zal de regering in totaal 2,5 miljard Zweedse Kronen (ca. 247 miljoen euro) bijdragen aan Covax. Nog eens 250 miljoen Zweedse Kronen gaat naar het Global Alliance for Vaccines and Immunization (Gavi) om de toegang tot essentiële vaccinaties in lage- en middeninkomenslanden te garanderen. Ten slotte trekt de regering 10 miljoen uit voor Transparency International. Die organisatie ziet erop toe dat er geen namaakvaccins in omloop komen of er andere vormen van corruptie plaatsvinden. 

De initiatieven maken van Zweden de grootste donor voor Covax in verhouding tot hun bevolkingsomvang, en de vierde grootste donor wereldwijd. “We doen dit uit solidariteit maar ook om een bijdrage te leveren aan het ultieme doel: de pandemie beëindigen”, verklaarde de minister voor Internationale Ontwikkelingssamenwerking, Per Olsson Fridh. Goed voorbeeld doet volgen hopen wij. Als we er samen de schouders onder zetten kunnen we deze pandemie verslaan!

Bron: persbureau IPS / Titelfoto: Diana Polekhina – Unsplash