Column
Nederland roséland
Afgelopen zaterdag stond in het Parool dat de Nederlandse import van rosé de afgelopen tien jaar bijna is vertienvoudigd. Zodoende is Nederland na de Verenigde Staten en Groot-Brittannië de belangrijkste afzetmarkt voor Franse roséboeren. Maar wat is de reden achter het succes van rosé in Nederland?
Allereerst is het van belang om te snappen dat rosé een van de minst complexe wijnen ter wereld is. Zodoende heeft deze categorie wijn ook een relatief laag kwaliteitsplafond. Ga maar na: heb je ooit een fles rosé gekocht, die duurder was dan veertig euro? Het is er simpelweg niet. Afgezien van grote maten zoals Magnum, Jeroboam of Methusalem.
Korte broek en slippers
Voor een land dat zich qua wijnkennis gerust nog mag zien als een ontwikkelingsland is rosé dus een baken in de zee van wijnonwetendheid. Het is te snappen, te betalen en gekoppeld aan een helder gebruiksmoment: ‘als de zon schijnt’.
Misschien is dat laatste wel een verklaring voor het succes. We hebben met z’n allen afgesproken dat we massaal aan de rosé gaan op het moment dat het mooi weer is. Rosé is in onze hoofden dus automatisch gekoppeld aan korte broek, slippers, terrassen, strand en picknick. En ik denk dat ze dat in Frankrijk helemaal niet erg vinden.
Groot risico, grote korting
Maar er is nog een verklaring voor het succes van rosé in Nederland. Ik heb al eerder aangegeven dat de ene wijn een lang leven is beschoren en de andere wijn is gemaakt voor directe consumptie. Rosé valt zonder twijfel in de laatste categorie: een seizoensproduct met een korte houdbaarheidsdatum. Kort door de bocht drink je in de zomer van 2021, de oogst van 2020. Dat komt de smaak van de wijn ten goede.
Dit betekent ook dat rosé een risicoproduct is voor importeurs, retailers en horeca-uitbaters. Want in de praktijk wil je na de zomer niet meer met grote voorraden rosé zitten. In oktober mogen de voorraden wel op zijn en gaan we in winterslaap om in het volgende voorjaar weer klaar te staan voor de nieuwe oogst. Wij Nederlanders zijn een volk van handelaren. Voor ons is het de sport om scherp in te kopen. En dus wordt in iedere branche de rosé gepusht op het moment dat het kan. Blijven we zitten met voorraden? Dan levert dat uiteindelijk weer een voordeel op voor de consument, die in zijn koopjesjacht oude voorraden rosé voor een prikkie op de kop tikt. Tot die tijd vind je mij op het terras, zo lang de zon schijnt. Met een glas rosé in de hand natuurlijk.
Titelfoto: Justin Aikin – Unsplash
Meer over Bas
Bas Korpel (1978) is vinoloog, wijnschrijver en recensent. Hij woont op een steenworp afstand van het Vondelpark waar hij indien mogelijk zijn hond Max uitlaat. Bas is getrouwd en heeft drie kinderen. Hij is de schrijver van Burp the other wine book. Jaarlijks proeft hij honderden wijnen, onder andere voor De Grote Hamersma, waar hij een van de recensenten van is.